INTRO
In de Centraal Afrikaanse Republiek leefden moslims en christenen generaties lang in harmonie samen. Interreligieuze huwelijken waren geen uitzondering en mensen bekeerden zich makkelijk van het ene geloof tot het andere.
​
Wanneer een politiek-economisch conflict steeds meer religieus kleurt, worden beide geloofsgemeenschappen stilaan meegezogen in een gruwelijke burgeroorlog.
Een genocide wordt niet uitgesproken dan wel uitgevoerd om te komen tot een moslimvrije republiek.
​
In Bangassou, een stadje in het zuidoosten van het land, blijven de inwoners actief samenwerken om vrede te bewaren, ondanks een gecreëerde en groeiende haat tussen beide geloofsgemeenschappen.
​
Foto’s en korte verhalen belichten authentieke ervaringen van inwoners van Bangassou die door overmacht in een wraakroepende context terecht komen.
Isabel Corthier, °1977 (fotografie) en Stephan Van Diest,°1976 (tekst) trokken in 2015 naar Bangassou om dit bijzondere verhaal vast te leggen. Ze bereikten de Centraal Afrikaanse Republiek via DR Congo en reden de laatste 400 km door de brousse achterop twee motorbikes om uiteindelijk via pirogue het land binnen te komen.
PERSONAGES
Klik op personage voor achtergrond verhalen
HET VERHAAL
De Centraal Afrikaanse Republiek
Een land zo arm als de straat die zelfs in de hoofdstad niet gebetonneerd is,
gezegend met een uiterst vruchtbare grond,
waaronder diamant, goud, olie en uranium verscholen zit,
waarin dure houtsoorten zich wortelen,
waarop ivoor rondloopt.
De rijkdom die de grond verlaat, voorziet andere delen van de wereld
van luxeartikelen. De opbrengst is als mest voor rebellengroepen.
De feitelijke eigenaars van deze rijkdom, de in hoge mate ongeschoolde inwoners,
blijven buiten spel, doch niet buiten schot.
En toch heeft dit land alles in zich
om een ware tuin van Eden te zijn.
Bangassou is een bijzonder stadje, rijzend uit het maagdelijke oerwoud
in het hartje van het Afrikaanse continent.
​
Aan de rand van Bangassou loopt de Mbomou rivier
die de grens vormt met Congo.
​
's Ochtends vroeg reiken gezangen uit de kathedraal de oren van de mensen die niet naar de katholieke mis gaan.
​
Naast katholieken, telt Bangassou ook protestanten,
evangelisten, moslims, atheïsten
en God weet wat...
Kleurrijk geklede mensen krioelen doorheen de markt,
zoekende ogen vinden waarnaar ze speuren,
zwetende lijven begroeten elkaar.
Handelaar en klant onderhandelen over de prijs
totdat ieder het gevoel heeft
winnaar te zijn.
Moslims huwen met christenen.
Christenen huwen met moslims.
Vele onvoorziene omstandigheden
meer creatieve oplossingen.
Het leven zoals het is
bruisend.
In het noorden is het leven helemaal anders.
Het gebied heeft minder infrastructuur dan de rest van het land,
​minimale ontwikkeling blijft uit en scholen zijn er nog schaarser.
​
Een groeiend ongenoegen nestelt zich in de noorderlingen,
ze voelen zich uitgesloten en onderdrukt.​ Het centrale gezag lijkt zich niet om hen te bekommeren, het is alsof ze tweederangs burgers zijn.
Armoede nestelt zich dieper in de samenleving,
ontevredenheid en frustraties evenzeer.
​
Niemand wil in armoede en onderdrukking leven.
Iedereen die te lang het gevoel heeft toch tot zulk leven gedwongen te zijn,
tekent op een dag verzet aan...
​
Criminele bendes zien het licht en transformeren zich tot kleine rebellen groepen
die zich verenigen tot een groot en sterk rebellen leger - "de Seleka" -
strevend naar meer autonomie voor het noorden.
​
De Seleka begint aan een zuidwaardse optocht.
De rebellengroep breidt uit met gefrustreerde mannen,
kwaad omwille van hun situatie, hopend op een beter leven.
Steeds meer mensen vanuit de noordelijke buurlanden sluiten zich als huurling aan. Vele kinderen worden gedwongen gerecruteerd.
Steden vallen in een vloeiende beweging.
De Seleka groeit evenredig met zijn ambitie.
De wens naar meer autonomie wordt een verlangen naar het gezag.
Van weerstand gespaard, schreiden de Seleka zuidwaarts,
richting Bangassou.
De mensen in Bangassou maken zich niet al te veel zorgen.
Ze vertrouwen erop dat de overheid tijdig zal ingrijpen.
Ze vermoeden dat Frankrijk zal helpen
Ze geloven in het lokale leger.
Met het naderen van de rebellen nemen de zorgen toe.
De mensen zijn verrast dat de overheid niet optreedt.
Ook Frankrijk lijkt zich niet te mengen.
De inwoners blijven hopen.
Hoop vermindert gestaag.
De overheid lijkt te falen.
Frankrijk blijft ver weg.
Rebellen naderen.
​​​
De rebellen stoten helemaal door tot het zuiden van het land en begeven zich voor de poorten van de hoofdstad. De sterke man van de Seleka stelt de president een ultimatum.
Drie dagen later blijven zijn eisen onaangeroerd.
​
De opmars herneemt en bereikt het presidentieel paleis.
Een staatsgreep is gepleegd.
De president vlucht.
​
Grondwet en parlement worden opgeschort.
De Seleka leider bestuurt het land
als nieuw president.
In de hoofdstad is de situatie niet beter dan in Bangassou,
ook daar hangt spanning en frustratie in de lucht.
De nieuwe president heeft zijn onderdanen niet onder controle.
De soldaten gedragen zich als barbaren en behandelen de inwoners
op beestachtige wijze.
Hoofdzakelijk niet - moslims worden geviseerd wat haat creëert
die geregeld uitmondt in een dodelijk slachtoffer.
Getuigenis uit de hoofdstad
"De Seleka vielen mijn mooie hoofdstad binnen...
huizen brandden, vrouwen werden openbaar verkracht...
​Er waren moslims die de rebellen steunden en naar onze huizen leidden...
Mijn vader werd meegenomen en gemarteld... Omdat we geen losgeld konden betalen hebben ze hem vermoord..."
​
Zijn gezicht vertrekt
"Daardoor ontstond haat tegen de moslims...
Wij moesten de wapens opnemen om onze families te beschermen​. Dat is wat de Anti-Balaka doet: ons beschermen".
Ex-soldaten , getraumatiseerde jongeren die door het geweld geliefden waren verloren, de oude presidentiële garde evenals criminelen, sluiten zich massaal aan bij de Anti-Balaka beweging
De Anti-Balaka zijn eveneens niet vies van het gedwongen recruteren van kinderen. Ze bevechten de Seleka maar viseren tevens moslim burgers.
De Anti-Balaka en de Seleka dreigen het land in een burgeroorlog te doen vervallen.
De Anti-Balaka voert een aanval uit op de hoofdstad de president treedt af.
Een vicieuze cirkel van wraakaanvallen tussen de Seleka en de Anti-Balaka
sleurt de burgers mee in de gruwel.
Het conflict kleurt valselijk religieus en cultiveert haat tussen broeders en zusters, christenen en moslims.
Anti-Balaka strijders gaan zich te buiten aan extreme vormen van geweld
ze doden moslim mannen, vrouwen en kinderen.
De meerderheid van de moslimbevolking vlucht naar buurlanden
anderen zoeken hun toevlucht in moskeeën én kerken.
In heel het westen en zuidwesten van het land ontstaan Anti-Balaka groepen die vaak onafhankelijk opereren van hun leiders in de hoofdstad.​​
Kerken worden aangevallen,
moskeeën branden.
​​
Granaten ontploffen,
benen verliezen hun lijf,
hoofden rollen.
Moslims vluchten het land uit.
Anti-balaka rebellen overstijgen de gruwel.
De Seleka verliest terrein.
Een genocide wordt niet uitgesproken
maar wel uitgevoerd voor een moslim- vrije Republiek.
Zevenhonderd leiders van verschillende religies, tribes en tradities, uit elke prefectuur van het land, participeren aan het nationaal forum voor de vrede.
​
Abbé Alain, Hervé, Ali en Omer vertegenwoordigen Bangassou.
Gedurende een week wordt een collectieve visie voor de toekomst
van het land gezocht en gedefinieerd. ​Verschillende thema's worden
aan kritische ogen onderworpen en door scherpe monden bediscussieerd.
Economische ontwikkeling, Sociale ontwikkeling,
Goed bestuur, Verzoening, Veiligheid
Justitie, Vrede.